Waarom het voor ondernemers hét moment is om versneld naar elektrisch te schakelen

Mobiliteit is al enkele jaren een lastig vraagstuk voor bedrijven. Belgen zien hun auto nog altijd als een statussymbool waar je niet zomaar aan raakt. Toch nemen we de laatste jaren een langzame kentering waar. Een kentering die onder invloed van de huidige gezondheidscrisis versterkt wordt. Doe zelf de test: hoeveel kilometer heeft jouw wagen sinds maart van dit jaar gereden? Natuurlijk moeten we het mobiliteitsvraagstuk loskoppelen van de ongeziene omstandigheden waarin we vandaag leven, maar het is wel een feit dat we ook in de toekomst vaker van thuis zullen werken in plaats van dagelijks in de file te staan.

De situatie hangt ook af van sector tot sector. Je kunt als leasingmaatschappij geen eenvormige oplossing voor alle klanten aanbieden. Loodgieters kunnen bijvoorbeeld hun klanten onmogelijk van thuis bedienen en zijn nog even vaak op de baan als voor de crisis. Zaakvoerders of verkopers daarentegen, die vroeger gemakkelijk 30.000 kilometer per jaar reden, hebben hun wagen in 2020 nog niet vaak aan de binnenkant gezien. Mobiel zijn betekent voor hen de laatste tijd : zich verplaatsen van slaapkamer langs de badkamer naar de woonkamer, waar ’s ochtends de eerste klanten via Teams al zitten te wachten.

De mobiliteitsbehoefte is veranderd en daar moet iedere ondernemer, zowel in grote als in kleine bedrijven, zich bewust van zijn. Natuurlijk zullen we na corona weer meer gaan rijden, maar de verkeersdrukte van voor de crisis lijkt verleden tijd. We hebben immers gezien dat het anders kan. Zeker gezinnen met twee auto’s gaan zich daardoor wellicht de vraag stellen waarom ze 800 euro per maand betalen voor een voertuig dat constant stilstaat. Dat wil niet zeggen dat we in de toekomst geen auto meer nodig hebben, maar het huidige klimaat lijkt ideaal om de stap naar de wagen van de toekomst te zetten. En die is 100% elektrisch.

Een auto zal de komende jaren steeds minder een emotionele keuze zijn. Op de ladder van onze statussymbolen maakt de auto een flinke duik. Afgelopen zomer waren we meer bezig met het aanleggen van zwembaden dan met het uitpluizen van de nieuwste modellen en snufjes van grote autoconstructeurs. Ondertussen wordt duurzaamheid ook een steeds belangrijkere factor in de keuze voor een auto. We zien dat de populariteit van groene wagens fors aan het toenemen is. Zeker in kleinere bedrijven is de stap naar een duurzame auto tegenwoordig steeds sneller gezet.

Niet dat we plots massaal elektrisch rondrijden, want veel Belgen gaan op dit moment voor de tussenoplossing: een plug-in hybride. Op zich is daar niets mis mee en afhankelijk van de gebruiker is het een goede auto om de overgang mee te maken. Maar vaak lijkt het toch interessanter om meteen helemaal elektrisch te gaan. Uiteindelijk heeft zo’n hybride een beperkte actieradius en passeren het merendeel van de bestuurders nog steeds regelmatig langs de benzinepomp. De meeste bezwaren tegen elektrische wagens zijn overigens niet meer aan de orde. Zeker nu onze mobiliteitsbehoeften veranderen, heeft een auto tijd genoeg om op te laden. Zo’n wagen is overigens in amper zes uur volledig opgeladen en wie een snellader gebruikt, heeft na veertig minuten alweer 80 procent batterij terug.

Het enige wat mensen nog kan tegenhouden, is de jaarlijkse vakantie naar het zuiden. Dan moeten we immers grote afstanden afleggen. Hoewel ook dit in theorie perfect mogelijk is met een elektrische wagen, bestaan er opties om een vakantiewagen in een leasecontract op te nemen. Zo blijft de elektrische wagen tijdens de zomer thuis en rijd je met een andere auto naar de zon. De rest van het jaar heb je zo geen last meer van stinkende handen na het tanken en spaar je bovendien veel geld uit.

Ook de prijs hoeft al lang geen obstakel meer te zijn. Natuurlijk kost een elektrisch model op dit moment nog meer dan een benzine- of dieselmotor, maar we moeten naar het volledige plaatje kijken. De TCO omvat bijvoorbeeld ook de verbruikskosten. En na het aftrekken van de besparing op brandstof en alle fiscale voordelen, kost een groene wagen evenveel als een gelijkwaardig model dat je niet in de stekker kunt steken.

Volgens de plannen van de overheid zullen we vanaf 2026 sowieso verplicht elektrisch rijden en dat is dichterbij dan we denken. Als een gemiddeld leasingcontract vier tot vijf jaar duurt, wil dat zeggen dat mensen op dit moment hun laatste niet-elektrische wagen kiezen. Bij LeasePlan wilden we tegen 2030 sowieso onze hele vloot elektrisch maken. De regering heeft die plannen alleen maar een duwtje in de rug gegeven. De komende jaren zal fiscaal nog wel het één en ander veranderen, en om echt te profiteren van een gunstige regeling kunnen we dus alleen maar aanraden om niet te wachten tot je geen andere keuze hebt.

De meerderheid van de vragen die mensen stellen, gaan over de laadpalen en hoeveel die precies kosten. Ook dat valt heel goed mee. Het hangt ervan af of je een standaard of slimme laadpaal wil. Bij een standaard laadpaal weet niemand hoeveel elektriciteit er precies doorheen gaat. Een slimme laadpaal registreert alle kilowattuur en betaalt dit in functie van het verbruik terug aan de privégebruiker. Met een standaardinstallatie kost een standaard laadpaal 1.400 euro, terwijl je voor een slimme variant 2.000 euro betaalt.

Geef toe, het is toch geweldig om nooit meer naar een benzinepomp te moeten rijden en je eigen tankstation op je oprit te hebben? Om snel te kunnen schakelen, werkt LeasePlan samen met een leverancier van laadpalen. Je hoeft je dus geen zorgen te maken, alles wordt voor jou geïnstalleerd. Dus, wat houdt jou nog tegen om 100% elektrisch te gaan?