Zeven tips om veilig met een elektrische wagen te rijden

Elektrisch rijden is hot. Bedrijven, maar ook steeds meer particulieren vinden de weg naar een elektrische wagen. Niet alleen door de fiscale voordelen maar ook door de feedback van bestuurders. You’ll never go back, once you go … electric. Eenmaal je ervan geproefd hebt, wil je niets anders meer. Maar opgelet. In vergelijking met auto’s op fossiele brandstof zijn er best wat verschillen in rijden. Om je veilig op de baan te begeven, hou je best deze zeven verschillen in het achterhoofd:

Elektrische wagens zijn stil. Volgens de gebruikers is dat een van de grootste voordelen als je ermee rijdt. Het is ook goed voor de omgeving met minder uitstoot en minder geluidsoverlast. Maar net dat laatste is ook een nadeel. Andere weggebruikers horen je nu niet of nauwelijks aankomen. Let dus extra op in de buurt van fietsers – zeker schoolgaande kinderen, bij oversteekplaatsen en verkeersknooppunten of bij drukke plaatsen in de stad.

Bij een elektrische wagen hoef je niet meer te schakelen, net zoals bij een automaat. Maar in tegenstelling tot de automaat bij een verbrandingsmotor die in stappen opschakelt, gaat een elektrische wagen direct zonder tussenmomenten naar zijn maximaal vermogen als je het gaspedaal volledig induwt. Met een ‘kick down’ schiet je dus als een pijl uit een boog en haal je onmiddellijk hoge(re) snelheden. Let dus op bij verkeerslichten, bij het starten, want je bent sneller verder dan je denkt. En je zit ook sneller boven de toegestane snelheid. Dus niet volledig induwen kan boetes voor overdreven snelheid vermijden.

Wie van een handgeschakelde wagen op een automaat overschakelt, zal dit wel herkennen. Plots moet je maar met twee in plaats van drie pedalen werken, want er is geen ontkoppelingspedaal. Hetzelfde geldt bij een elektrische wagen. Daar heb je ook enkel de gaspedaal en de rem. Maar wie de rem met zijn linkerbeen induwt alsof hij de ontkoppeling induwt, komt bruusk tot stilstand. Met eventueel catastrofale gevolgen voor de achterligger die dit te laat opmerkt. Dus let goed op en hou je linkerbeen ver weg van de pedalen.

Uitbollen hoort er bij een elektrische wagen niet echt meer bij. Als je bij een elektrische wagen het gaspedaal loslaat, dan remt die automatisch af om energie te recupereren. Frequente EV-bestuurders beweren zelfs het rempedaal amper te gebruiken. Maar toch mag je er niet vanuit gaan dat die remkracht voldoende is. Blijf dus alert en hou je voet ook klaar snel te kunnen remmen.

In een elektrische wagen rij je relaxter. Je hoeft niet te schakelen, hij maakt nauwelijks geluid, je hoort de motor niet brullen, je kan van de omgeving genieten, … Het gevaar bestaat dat je in te relax wordt en niet meer attent blijft in het verkeer. Dus: ‘keep your eyes on the road and your hands upon the wheel’. Maar dat geldt voor elk moment en met elk transportmiddel waarmee je je in het verkeer begeeft.

Elektrische wagens, zeker in het premium segment, zijn uitgerust met allerlei nieuwe features en snufjes. Soms features die al een stap zetten richting autonoom rijden. Denk maar aan camera’s die snelheidsborden herkennen en jouw snelheid automatisch aanpassen. Toch vertrouw je deze best nog niet volledig, want – zeker bij wegenwerken – kan een verkeersbord verplaatst zijn of rijdt er net een vrachtwagen voor. Beter is om zelf nog de controle te behouden. Wat wettelijk ook verplicht is.

Onder meer door de batterijen zijn elektrische wagens over het algemeen zwaarder dan gewone wagens. Dit speelt een rol in de wegligging maar ook bijvoorbeeld bij het remmen. Hou er rekening mee dat, ondanks aangepaste remmen, jouw remafstand langer kan zijn. Zeker op een glad nat wegdek bijvoorbeeld.