TCO: de drie belangrijkste letters van je wagenpark

Er is dit jaar geen Autosalon, maar toch vliegen de saloncondities ons opnieuw rond de oren. Die promo’s zijn zeker het uitpluizen waard, maar je mag niet zomaar geloven dat de grootste korting automatisch de beste koop betekent. Van zodra een medewerker in z’n nieuwe auto stapt, begint de teller te lopen en stapelen onzichtbare kosten zich op. Na vier of vijf jaar zal het prijskaartje van de auto dus niet meer te vergelijken zijn met de originele catalogusprijs. Wie op langere termijn denkt, kijkt daarom naar de TCO van z’n wagenpark.

Allerlei uiteenlopende factoren spelen een rol in het berekenen van de TCO of totaalkost van een auto. Iedere wagen heeft bijvoorbeeld regelmatig onderhoud nodig. Daarnaast is er de slijtage van de zomer- en winterbanden. En voor een auto de baan op kan, moeten er verzekeringen afgesloten worden. Ieder jaar passeert ook de fiscus langs de kassa om geld te innen. Van de eenmalige BIV (belasting op inverkeerstelling) tot de jaarlijks terugkerende verkeersbelasting. Daarbij speelt de CO2-uitstoot van het voertuig een grote rol en zeker in het huidige klimaat durft het gewicht van dat ecologische aspect al eens te veranderen. Afhankelijk van het gekozen model kan dit dus voor een serieuze meerprijs zorgen.

Gelukkig komt de fiscus niet alleen geld ophalen, maar worden bedrijven ook beloond als ze voor groene wagens kiezen. Een elektrische auto biedt bijvoorbeeld aantrekkelijke voordelen in de vorm van fiscale aftrekbaarheid. Zowel de werkgever als de werknemer hebben hier veel bij te winnen. Ook dit moet je dus in de TCO opnemen. Een elektrische auto is in aankoop een pak duurder dan de gemiddelde benzine- of dieselwagen, maar dat verschil wordt dankzij die fiscale voordelen op langere termijn ruimschoots rechtgetrokken.

Een laatste factor die de zaken nog meer bemoeilijkt, is het waardeverlies van een auto. Al vanaf de eerste dag begint de waarde van een wagen te zakken. Na vier of vijf jaar krijg je maar een fractie van het aankoopbedrag dat je ooit betaald hebt. Als je de TCO van een wagenpark berekent, moet je dus ook proberen inschatten wat je wagens uiteindelijk nog waard zullen zijn. Ook dit verschilt van model tot model. Een interessante promo is op lange termijn dus niet noodzakelijk de beste optie.

Hoe kan je met al die onzichtbare kosten de TCO dan efficiënt berekenen? Dat is inderdaad niet zo eenvoudig. De prijs voor verzekeringen, onderhoud en banden kan je nog wel enigszins in kaart brengen, maar fiscaliteit is voortdurend onderhevig aan verandering. Zeker met de nieuwe normen voor bedrijfswagens die vanaf 2026 in aantocht zijn. Wellicht moet ieder wagenpark tegen dan volledig elektrisch zijn en daarom mogen we wel stellen dat** duurzame auto’s de eerstvolgende jaren op fiscaal vlak alleen maar voordeliger** zullen worden.

Leasen vangt al die onzekerheden voor je op. Zelfs over het waardeverlies van een auto hoef je dan niet meer wakker te liggen. Zeker voor organisaties die niet vertrouwd zijn met de automarkt, kan leasen heel wat onaangename verrassingen vermijden. Wat zo’n leasecontract juist interessant maakt, is het feit dat er niet enkel naar de catalogusprijs van een auto wordt gekeken, maar naar de volledige de TCO.

Bovendien hoef je ook geen grote som voor de aankoop van een wagen neer te leggen. In de plaats daarvan betaal je een vast maandelijks bedrag dat vooraf bepaald is. Onderhoud, verzekeringen, belastingen, … Al deze extra kosten zijn in die maandelijkse prijs opgenomen. Voor bedrijven is leasen dus de snelste manier om aan een flexibel en future-proof wagenpark te bouwen. En om werknemers een ruime en aantrekkelijke selectie van potentiële bedrijfswagens te blijven bieden.