Lange termijn denken vraagt om de flexibiliteit van leasing, vooral in een onzekere periode
Het zijn boeiende en verwarrende tijden, ook op de automarkt. Als werkgever wil je over een duurzaam wagenpark beschikken. De keuze voor bepaalde auto’s moet zowel voor de medewerkers als voor het bedrijf aantrekkelijk zijn. Maar wat met wagens die plots zwaarder belast worden? En wanneer maak je de overstap naar elektrische voertuigen?
Lange termijn denken vraagt om de flexibiliteit van leasing, vooral in een onzekere periode
Ondanks alle vragen en onzekerheid is het belangrijk om op lange termijn te denken. En dan is de flexibiliteit en expertise van een leasemaatschappij heel welkom.
We leven in een wereld vol verandering en ook op de automarkt gaat het sneller dan ooit. De komende twee tot drie jaren zal er meer veranderen dan in het hele voorbije decennium. Ongezien voor een leasingmaatschappij. Nog niet zo lang geleden leasde iedereen hetzelfde product, zij het dan verpakt in een ander jasje. Er zat evenveel evolutie in leasing als in de bekende fles Heinz Ketchup die we al ons hele leven in de rekken van de supermarkt terugvinden. Die ketchup zal nog wel enkele generaties meegaan. Leaseplannen daarentegen, evolueren volop om aan de nieuwe maatschappelijke eisen te voldoen.
Verborgen kosten
Het financiële plaatje van een auto is in onze nieuwe realiteit complex geworden. Denk maar gewoon aan de nieuwe maatregelen die op tafel liggen bij de regering. Sommige werkgevers handelen op korte termijn en zien bijgevolg enkel het prijskaartje dat aan de wagen hangt. Op langere termijn denken en doen is nodig, zodat je voorbereid bent op een aantal uitdagingen die de keuze voor een auto met zich meebrengt. Zo heeft bijvoorbeeld de auto ook zijn plaats veroverd in de cafetariaplannen die ervoor zorgen dat er beter ingespeeld wordt op de individuele behoeften van medewerkers.
Op zich is zo’n plan een investering die duurder is dan wanneer iedereen hetzelfde zou krijgen, maar werkgevers beseffen dat het veel meer kost als medewerkers ongelukkig zijn en beslissen het bedrijf te verlaten. Gezien de war for talentdie in alle hevigheid woedt, heb je sterke argumenten nodig om bepaalde profielen aan te trekken. Allemaal verborgen kosten die moeilijk in cijfers of bedragen uit te drukken zijn. Zeker is wel dat een lange termijnvisie waarbinnen een duurzaam wagenpark zijn plaats heeft, een groot verschil maakt.
Daarnaast is het voor de werkgever belangrijk om de TCO van een auto meer in detail te analyseren. Hoe zit het bijvoorbeeld met de deze kosten voor en na belastingen, de fiscale aftrekbaarheid, sociale zekerheid en andere elementen? Factoren die de totaalprijs op termijn mee bepalen. Niet alleen zijn er veel complexe regels waar we rekening mee moeten houden, ze veranderen ook nog eens van jaar tot jaar. Om snel te schakelen, hebben bedrijven flexibiliteit nodig. En laat dat nu net de grote troef van leasen zijn, binnen zo’n complexe materie.
Elektrisch of niet?
Een belangrijke vraag die zich nu stelt: wanneer schakel je als bedrijf over op een elektrische vloot wetende dat de Belgische en Europese wetgeving hier ook zal veranderen? Duurzaamheid staat immers zowel bij organisaties als medewerkers hoog op de agenda. Een groen label bepaalt mee het bedrijfsimago en trekt potentieel zowel klanten als potentiële medewerkers over de streep. De meeste werkgevers denken daarom wel na over het overschakelen naar elektrische voertuigen, maar hebben geen volledig beeld van de mogelijkheden.
In de praktijk is een elektrisch model zeker niet duurder dan een andere auto. De hogere aankoopprijs wordt immers gecompenseerd door de hogere fiscale aftrekbaarheid van de kosten, de duurtijd en het wegvallen van bepaalde kosten. Toch blijven nog heel wat vragen over elektrische voertuigen voorlopig onbeantwoord. Hoe zit het met de kosten van elektriciteit, de looptijd van het contract en de restwaardezetting? Moeten we minder vaak langs de garage passeren dan met een auto die over een verbrandingsmotor beschikt? Hoe lang gaat de batterij mee? Stuk voor stuk ook elementen die de totale kostprijs beïnvloeden.
Voor bedrijven die de evolutie van de bedrijfswagenmarkt niet op de voet volgen, is het onmogelijk om een juist totaalbeeld te krijgen. Een leasingpartner heeft gelukkig wel de expertise aan boord en kan advies op maat bieden. Bij LeasePlan hebben we tegenwoordig experten die zich enkel met elektrische voertuigen bezighouden, juist omdat de materie zo complex is. Start alvast met het opstellen van een business case en maak de analyse. Natuurlijk hebben ook wij geen glazen bol die de toekomst voorspelt. Maar op dit moment is elektrisch zonder twijfel de beste keuze en moet daarom nu de angel uit de vooroordelen over de kostprijs.
Gebruik boven eigendom
Zoals de zaken er nu voor staan, wordt emissieloos rijden tegen 2026 de norm. Bereid je goed voor. Bedrijven hebben een verjongd wagenpark nodig dat op z’n minst de mogelijkheid biedt om snel over te schakelen op elektrische voertuigen. De voorbije jaren groeide het aantal inschrijvingen van elektrische voertuigen traag, maar zeker. Bewustwording creëren vraagt tijd. De uitbouw en installatie van de benodigde infrastructuur en laadpalen eveneens.
De evolutie naar groene wagens mag zich uiteraard niet beperken tot de bedrijfswereld. Ook privépersonen zullen de komende jaren overtuigd een groen alternatief moeten kiezen. Daarom moeten alle fabeltjes de wereld uit. Sommige bedrijven spelen hierin een voortrekkersrol en schakelen snel op een elektrische vloot over. Een verstandige keuze, er van uitgaande dat de fiscale voordelen de komende jaren nog meer in de richting van elektrisch zullen overhellen.
Een lange termijnvisie ontwikkelen is niet eenvoudig wanneer de toekomst erg onzeker oogt. Maar je kan wel het eindpunt van je reisweg bepalen. Onderweg biedt leasen de flexibiliteit om de nodige aanpassingen te doen. Eigenlijk moeten we een wagen net zoals onze smartphone als een gebruiksvoorwerp durven beschouwen. Alleen zo zullen we leren om niet enkel in financiële termen te denken. Of zoals Aristoteles lang geleden al stelde: als iets geen meerwaarde biedt, waarom zou je het dan moeten bezitten?