Fiat, geboren aan de vooravond van de Italiaanse industrialisatie, liet in 1900 vierentwintig auto's van zijn productielijn rollen met 150 werknemers. Het bedrijf voerde de productie-efficiëntie snel op en minder dan tien jaar later zetten ze voet aan wal in Amerika als luxemerk. In 1923 verhuisde Fiat naar zijn speciaal ontworpen, avant-gardistische Lingotto-fabriek in Turijn, die in zes jaar gebouwd was en was uitgerust met een testcircuit op het dak. Met vijf verdiepingen was Lingotto de grootste fabriek in Europa. Dit was tevens de plek waar Fiat zijn Topolino-model produceerde, oftewel de 'kleine muis', de kleinste functionele auto ter wereld.