What’s next? Watt’s next!
5 mythes over elektrisch rijden ontkracht
Alle autobouwers zijn het er roerend over eens: de toekomst is aan de elektrische auto. Ook LeasePlan springt als mobiliteitsleverancier mee op de barricaden en bouwt, samen met zijn klanten, aan de weg richting een emissieloze toekomst. Die weg ligt wagenwijd open, zeker nu de laatste hardnekkige vooroordelen rond elektrisch rijden bij deze van de baan zijn geveegd.
1. Elektrische auto’s zijn duur
Elektrische auto’s zijn vooralsnog duurder in aanschaf dan hun equivalent op benzine of diesel, dat klopt. Volgens een studie van het Europese bureau van consumentenverenigingen (BEUC) wordt 2020 een scharnierjaar, tegen die tijd zouden elektrische auto’s een TCO (Total Cost of Ownership) hebben die vergelijkbaar is met die van een auto met verbrandingsmotor. Desondanks zijn er een aantal verzachtende omstandigheden die er ook nu al voor kunnen zorgen dat een elektrische wagen aan het einde van de rit tóch de goedkoopste oplossing blijkt.
Eerst en vooral zijn er, afhankelijk van je woonplaats, de premies die de overheid uitreikt aan kopers van een elektrisch voertuig. In Vlaanderen stopt Minister van Energie Bart Tommelein je tot 4.000 euro toe bij aanschaf van een 100 procent elektrische wagen, en bovendien hoef je al zeker tot 2021 geen BIV en jaarlijkse rijtaks te betalen. In het Brussels en Waals Gewest zijn ze beduidend minder vrijgevig, daar maak je enkel aanspraak op het minimumbedrag voor de BIV en de jaarlijkse verkeersbelasting.
Daar blijft het echter niet bij, want ook gedurende zijn hele levenscyclus blijkt een elektrische wagen beduidend goedkoper dan zijn benzine- of dieselequivalent. Dat komt omdat een elektromotor veel minder onderhoud vergt dan een verbrandingsmotor, maar ook het wegvallen van de brandstofkost blijkt in de praktijk een grote financiële meevaller. De werkelijke energiekost van een elektrische auto berekenen is moeilijk, want afhankelijk van je energieleverancier, je laadgewoontes en uiteraard ook je rijstijl, maar reken voor een compacte EV (genre Nissan LEAF en Volkswagen e-Golf) die 15 kWh/100 km verbruikt op een reële kost van 2,5 à 4 euro per 100 gereden kilometers. Kortom: een bedrag waar zelfs de zuinigste benzine- of dieselwagens alleen maar kunnen van dromen.
2. De actieradius blijft te beperkt
Een andere vaak gehoorde kritiek met betrekking tot elektrische wagens is het feit dat hun groene liedje veel te snel uitgezongen is, waarna ze uuuurenlang – enfin, heel lang - aan de stekker moeten. Ook hier is enige nuance op zij plaats, want de tijd waarin elektrische auto’s het al na 150 kilometer voor bekeken hielden, ligt – met dank aan de snel evoluerende batterijtechnologie - al even achter ons. Daar waar vroeger alleen Tesla met een voor velen ‘respectabele’ autonomie van 400 à 500 kilometer kon pronken, hebben intussen ook de massaconstructeurs als Nissan, Renault en Volkswagen de geruststellende kaap van 300 kilometer gerond. Nu goed, het blijft een psychologische storm in een glas water, gezien het feit dat 90 procent van de Belgen legt zelden meer dan 80 kilometer per dag aflegt. Ook het laadproces verloopt intussen veel efficiënter dan tijdens de pioniersjaren van de elektrische auto, maar daar komen we zo dadelijk nog op terug.
3. Elektrische auto’s zijn niet leuk om mee te rijden
Wie het ‘geluk’ gehad heeft om ooit eens met een Mitsubishi i-MiEV of een Peugeot iOn rond te karren, zal het wellicht beamen: de allereerste ‘moderne’ EV’s waren een marteling voor de echte autoliefhebber. Het duurde gelukkig niet lang voor de sector het tij wist te keren. Liefhebbers van ronkende sportwagens zullen het niet graag horen, maar elektrische auto’s bezitten meer intrinsieke kwaliteiten om het te maken als rijdersauto. Niet alleen bezorgen de laag ingeplante batterijen (die vaak in de bodemplaat verwerkt zitten) de auto een lager zwaartepunt, bovendien is een elektromotor vele malen efficiënter dan een traditionele verbrandingsmotor. Het maximale koppel is al van de eerste omwenteling beschikbaar, waardoor zelfs de meest bescheiden elektrische auto sportwagenprestaties weet neer te zetten aan het stoplicht. Zo neemt een BMW i3 makkelijk de maat van een Porsche, terwijl een Tesla zelfs de snelste Lamborghini’s of Ferrari’s in het zand doet bijten…
4. EV’s zijn ‘valse’ vervuilers
Sinds de autobouwers na het Dieselgate-schandaal en masse de kaart van de elektrische auto trekken, is er een tegenbeweging op gang gekomen die de ecologische voordelen van elektrisch rijden opnieuw in vraag durft te stellen. Wat met de ecologische productiekost van batterijen? Wat met de exponentieel stijgende vraag naar lithium en kobalt, grondstoffen die bovendien vaak in erbarmelijke omstandigheden gedolven worden? Tal van instanties zijn het onderwerp nog steeds tot op het bot aan het uitspitten, maar intussen heerst er wel algemene consensus dat een elektrische auto ‘well-to-wheel’ minder belastend is voor het milieu dan een doorsnee dieselwagen.
Toch hangt veel ook af van de manier waarop de elektriciteit wordt opgewekt. Polen maakt veelvuldig gebruik van steenkool, en kent met zo’n 650 gram CO2 per kilowattuur de ‘vuilste’ energiemix van Europa. Maar zelfs daar stoten elektrische voertuigen over hun hele levenscyclus beschouwd zowat een kwart minder CO2 uit dan dieselwagens. Hoe schoner de energiemix, hoe groter het verschil: in Zweden, waar veel hernieuwbare energie wordt gebruikt, is een elektrische auto maar liefst 85 (!) keer schoner dan een diesel.
5. Elektrische auto’s zijn allesbehalve praktisch
We haalden het daarnet al even aan: je elektrische wagen opladen is minder evident dan je zou willen. De investeringen in de laadinfrastructuur hebben er gelukkig al voor gezorgd dat er altijd wel een laadpaal in de buurt is, maar zo’n batterij is – in tegenstelling tot een brandstofreservoir – natuurlijk niet in 1,2,3 volgetankt. Een aantal autobouwers hebben onlangs de handen in elkaar geslagen voor een Europees netwerk van snelladers, maar zelfs dan ben je nog steeds 20 à 30 minuten zoet vooraleer je weer de baan op kan (ter vergelijking: opladen via een klassiek stopcontact neemt quasi een volledige nacht in beslag). In afwachting van eventuele inductieve laadmethodes, de doorbraak van de revolutionaire ‘solid state’-batterijen of – in een wellicht nog wat verde toekomst - brandstofcelwagens (die waterstof omzetten in elektriciteit, nvdr) blijft goed plannen dus de boodschap!